Types vaccins
Gepubliceerd op 08-05-2021 en laatst gewijzigd op 08-05-2021 <!– door Daniël Tuijnman –>
Een infectieziekte wordt veroorzaakt door een ziektekiem; dit is meestal een virus of een bacterie, soms een andere parasiet, zoals plasmodium die malaria veroorzaakt. Het menselijk lichaam herkent zo’n ziektekiem aan specifieke lichaamsvreemde stoffen, die we antigenen noemen; het immuunsysteem maakt tegen zo’n antigen dan antistoffen aan die specifiek dat antigen herkennen, en specifieke T-cellen die dat antigen herkennen.
De essentie van een vaccin is dus dat het het immuunsysteem blootstelt aan (bijna) dezelfde antigenen als die van de echte ziektekiem, zodat de juiste antistoffen aangemaakt worden, maar dat dit gebeurt op een gecontroleerde manier zodat het ongevaarlijk is. Er zijn in de geschiedenis van vaccins, sinds Edward Jenner in 1796 de achtjarige Edward Phipps infecteerde met koepokken, diverse technieken ontwikkeld om dit te realiseren. Deze blogpost geeft een overzicht. Per type ga ik later in een aparte blogpost specifiek op dat ene type in.
Levend-verzwakt vaccin
Een levend-verzwakt vaccin bevat “the real deal”: levende virussen (of bacteriën), maar dan op een ongevaarlijke manier. Het oudste voorbeeld is het pokkenvaccin van Jenner: dat bevatte koepokkenvirussen. Dit virus is ongevaarlijk voor de mens, maar infectie ermee beschermt wel tegen “echte” pokken. Dat vaccin bevatte dus een ander virus dan waartegen het moet beschermen. In de meeste gevallen bevat een levend-verzwakt vaccin wel hetzelfde virus, maar dan in een afgezwakte variant, die zich bijvoorbeeld niet zo snel kan vermenigvuldigen.
Geïnactiveerd vaccin
Een geïnactiveerd vaccin bevat ook hele virussen of bacteriën. In dit geval zijn de virussen geïnactiveerd of de bacteriën doodgemaakt, zodat ze zich helemaal niet meer kunnen vermenigvuldigen en alleen dode stukjes materiaal zijn die makkelijk door het lichaam opgeruimd kunnen worden.
Toxoid-vaccin
Bij sommige bacteriële infecties zijn de bacteriën zelf niet het probleem, maar wordt de ziekte veroorzaakt door een gifstof (toxine) die de bacteriën produceren. Een toxoid-vaccin bevat niets van de bacterie zelf, maar bevat een stof die lijkt op deze gifstof, en die dezelfde immuunreactie oproept als de gifstof zelf. Deze stof-die-lijkt-op-de-gifstof noemen we een toxoid.
Subunit-vaccin
Een subunit-vaccin bevat niet de gehele ziektekiem, maar slechts één of enkele antigenen — stoffen van de ziektekiem waartegen het immuunsysteem antistoffen aanmaakt. De meeste nieuwe vaccins die gemaakt worden zijn van dit type. Bij de antigenen gaat het meestal om eiwitten, soms om polysachariden.
Virus-like Particle
Bij dit type bevat een vaccin deeltjes die qua structuur lijken op het virus waartegen ze beschermen, maar die alleen zijn opgebouwd uit de eiwitten en geen viraal RNA of DNA bevatten.
Geconjugeerd vaccin
In een geconjugeerd vaccin zijn twee antigenen aan elkaar gekoppeld: het ene antigen, dat van nature een zwakke immuunrespons opwekt, en waartegen je bescherming wil, kan zo meeliften op de sterkere immuunrespons van het andere antigen.
Vector-vaccin
Een vector-vaccin bevat niet het antigen (een eiwit) dat het immuunsysteem moet leren herkennen, maar de genetische instructies om dit eiwit te produceren. Daartoe bevat het vaccin een ander virus, het vector-virus, dat genetisch gemodificeerd is en in zijn DNA of RNA ook het gen bevat dat codeert voor dit eiwit. Dit vector-virus is levend, maar verder een onschuldig virus dat bijvoorbeeld alleen een lichte verkoudheid veroorzaakt, of zich zelfs niet kan vermenigvuldigen in een mens.
RNA-vaccin
Ook een RNA-vaccin bevat niet een antigen, maar de genetische instructies om dit antigen te produceren. In dit geval bestaan die genetische instructies uit een stuk messenger-RNA. Dit mRNA is ingepakt in minuscule vetbolletjes om zo in de cel terecht te komen, en zorgt daar voor productie van het antigen.
DNA-vaccin
Een DNA-vaccin bevat ook de instructies om het antigen (een eiwit) te maken, maar hierbij staan die instructies in een stukje DNA dat in de cel terechtkomt en daar zorgt voor productie van het antigen.