Maurice kan ook niet rekenen over de Britse variant, 21 januari 2021
Gepubliceerd op 11-04-2021 en laatst gewijzigd op 11-04-2021 <!– door Daniël Tuijnman –>
De Hond laat in zijn blogpost van 21 januari zien dat hij rekenen nog niet eens beheerst op middelbare-schoolniveau. Hij beschuldigt daarbij wel de OMT-leden van gesjoemel en roept impliciet op tot afschaffen van de avondklok.
Ik laat zijn commentaar op Kuipers’ grafiek even voor wat het is, behalve dan zijn opmerkingen over de Rt van de gewone en de Britse variant van het virus. Geen van de getallen die hij daar noemt komen overeen met Van Dissels briefing:
De Britse variant is 30% besmettelijker, zoals vanuit Oxford in Nieuwsuur is gemeld. De huidige reproductiefactor (op basis van ziekenhuisopnames) is op dit moment 0,92 . Dus de oranje lijn (exclusief de Britse variant) is wat lager dan 0,9. Maar laten we die nu eens op 0,9 houden. Dan levert met een 30% besmettelijkere variant niet een waarde op van 1,3 zoals de blauwe lijn is getekend, maar een waarde van 0,9+ (30% van 0,9) = 1,17.
Screenshot uit de Catshuis-briefing van Van Dissel van 20 januari 2021:
De bewering dat de Britse variant 30% besmettelijker zou zijn, en niet 40-70% zoals eerder gemeten, komt van een van de onderzoekers, Koen Pouwels, in Nieuwsuur, maar is niet terug te vinden in zijn artikel. Ook nu, bijna drie maanden later, is er geen enkel artikel met Pouwels als (mede)auteur te vinden over die geringere besmettelijkheid van de B.1.1.7-variant.
De regering neemt besluiten primair op basis van de adviezen van het OMT, dus laten we naar de data kijken die Van Dissel op 20 januari 2021 in de briefing presenteerde:
Maurice beweert dat het rond maart met het aantal IC-bedden weer goed gaat verbeteren. Kijken we echt naar dezelfde grafiek? De dikke blauwe lijn zegt toch echt dat juist tot half maart de IC-bezetting nog afneemt en daarna fors gaat toenemen.
Oh wacht, ik heb De Hond z’n tekst verkeerd gelezen. Hij schrijft:
Maar waar bij deze grafiek geen rekening meer wordt gehouden is dat vanaf de tweede helft van maart (waar volgens die lijn de IC-bezetting rond de 500 ligt en niet op de 1700 van Kuipers) het weer gaat verbeteren en alleen daardoor al de reproductiefactor (fors) gaat dalen.
en met “weer” bedoelt hij niet “opnieuw” maar het meteorologisch verschijnsel, en berijdt hij weer zijn stokpaardje dat het weer van invloed zou zijn op de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus.
Dit is puur wensdenken van zijn kant, en hij geeft daar ook geen enkele link ter onderbouwing aan. Virussen hebben seizoensinvloeden, en influenza neemt dan af, maar bijvoorbeeld rhino-infecties juist toe :
In zijn briefing schreef Van Dissel: “onzekerheid over seizoen effect” (pag. 29) maar Maurice weet het kennelijk beter. Net zoals dat hij in oktober 2020 en weer in december riep dat we nog een halve of een hele week moesten wachten met maatregelen. Right.
Terug naar de lijn van het verhaal.
Verder beweert Maurice ook nog dat daardoor “de reproductiefactor (fors) gaat dalen”. Dat is onzin. De reproductiefactor daalt of stijgt niet bij gelijkblijvende omstandigheden.
De reproductiefactor is. Die daalt alleen doordat je maatregelen neemt.
Maar er is hier sprake van twee reproductiefactoren: één van de gewone variant en één van de Britse variant. Het aantal besmettingen is dan een lineaire combinatie:
a * t ^ 0,97 + b * t ^ 1,32
De briefing van Van Dissel geeft ons hierover de volgende cijfers:
De eerste term wordt langzaam kleiner, maar begint groot omdat a groot is (129.972 op 6 januari).
De tweede term wordt steeds groter, maar begint klein omdat b klein is (7.142 op 6 januari).
En wat je dus ziet is dat aanvankelijk (tot half maart) de “oude” variant het beeld bepaalt en dat daarna de Britse variant gaat domineren. Dat is exponentiële groei in actie:
Deze grafiek komt uit een AD-artikel van 20 januari:
Kortom, er is niets mis met de grafieken die Van Dissel presenteert en we moeten wel degelijk op de hoede zijn voor de Britse variant. Dat de cijfers nu nog (matig) omlaag gaan is schone schijn. Er is vooral iets mis met Maurice’s beheersing van middelbare-schoolwiskunde.