Daniël Debunkt

Dagelijkse debunks over COVID-19

Harambam en Holocaustontkenning

Gepubliceerd op 29-08-2021 en laatst gewijzigd op 29-08-2021 <!– door Daniël Tuijnman –>

Inleiding in het gedachtengoed van socioloog en onderzoeker van complotdenkers Jaron Harambam

Jaron Harambam is socioloog en in 2017 gepromoveerd op complottheorieën en complotdenkers. Hij is thans verbonden aan de KU Leuven en houdt zich nog steeds wetenschappelijk met dit onderwerp bezig. Onlangs is zijn boek “The Truth is Out There” verschenen, waarin hij 18 complotdenkers onkritisch aan het woord laat.

Harambam komt regelmatig in het nieuws met de boodschap dat we serieus naar complotdenkers moeten luisteren, omdat ze ergens wel eens een punt zouden kunnen hebben. In zijn boek noemt hij ze zelfs “waarheidszoekers”. Dit is een eerste blogpost die de ideeënwereld van Harambam kritisch beschouwt.

Bij zijn geboorte is wat dat betreft de lat hoog gelegd: de Joodse achternaam Harambam betekent “De RaMBaM”, waarbij RaMBaM het acroniem is van Rabbi Moshe Ben Maimon, oftewel de grote Joodse filosoof Maimonides.

Burgerplatforms

In mei 2020 pleitte Harambam ervoor dat de keuze van wetenschappelijke studie-objecten gedaan zou worden door burgerplatforms:

In een eerder artikel suggereerde hij ook burgerplatforms voor besluitvorming rondom de coronacrisis, en refereerde aan het gebruik ervan in Ierland voor vraagstukken als abortus en homohuwelijk. Dat zijn echter geen wetenschappelijke vraagstukken maar ethische vraagstukken, waar de wetenschap hooguit kan informeren.

Maar voor Harambam zouden dus ook claims van Holocaust-ontkenners een mogelijk studie-object zijn.

Waarom Holocaust-ontkenning niet onderzoeken

Er zijn talloze redenen waarom het absurd is om Holocaust-ontkenning te onderzoeken.

Om te beginnen heeft geen enkele van de Nazi-kopstukken die na de oorlog berecht zijn deze misdaad verheeld. Van Kaltenbrunner tot Hoess tot Eichmann hebben ze allemaal in de beklaagdenbank hun aandeel in deze genocide toegegeven. Hoess, de kampcommandant van Auschwitz, schatte zelfs het aantal mensen dat in Auschwitz vermoord was grofweg een factor twee te hoog in met 3 miljoen.

Verder zijn er de nodige documenten van het Nazi-regime overgebleven die blijk geven van de Holocaust, zoals de notulen van de Wannsee-conferentie, het Höfle-telegram en de opnamen van Himmlers Posen-toespraken.

Geen enkele Holocaust-ontkenner heeft ook ooit een constructieve alternatieve hypothese op kunnen stellen waar dan niet die 6 miljoen Joden gebleven zijn die er tijdens het Nazi-regime verdwenen zijn in Europa.

Sterker nog, op mijn standaardvraag aan Holocaust-ontkenners: “noem van de 34.000 Nederlandse Joden die naar Sobibor zijn gedeporteerd één overlevende boven de 20 die Jules Schelvis noemt” heb ik slechts één poging tot antwoord gehad. Die poging was: Anne Frank. Dit is het niveau van Holocaust-ontkenning.

Ironisch genoeg is het stukje “wetenschappelijk onderzoek” waar Holocaust-ontkenners zich op beroepen, het Leuchter-rapport, juist een bevestiging van de Holocaust. Fred Leuchters stukken wand van een van de gaskamers bevatten namelijk wel degelijk Pruisisch blauw, wat bewijs was dat er cyanide in de ruimte was geweest. Hij had alleen “vergeten” dat er minder cyanide nodig is om mensen te vermoorden dan om luizen te vermoorden.

En als ultieme nagel aan de doodskist moet gelden Irving vs. Lipstadt. Het team van Lipstadt toonde daarin overtuigend aan hoe Irving zijn bronnen quote-minet en verkeerd vertaalt. Zie de site Holocaust Denial on Trial voor de volledige processtukken.

De laatste jaren zijn er ook nog archeologische opgravingen geweest in Treblinka, en in Sobibor, en andere voormalige kampen, die de tastbare resten van de Holocaust blootleggen. Onlangs vertelde archeoloog Ivar Schute in een interview met de NRC hoe hij een jongen die twijfelde aan de Holocaust, kon overtuigen door te vertellen hoe de getuigenis van Frans Hödl, die in Sobibor gediend had, overeenkwam met wat hij had opgegraven.

Als je ondanks de overweldigende hoop bewijzen dat de Holocaust heeft plaatsgevonden en dat ontkenners de boel bij elkaar liegen, toch ervoor pleit dat er nog maar weer eens onderzoek zou moeten plaatsvinden, dan getuigt dat van kwade wil.

Harambams antwoord

Je mist mijn punt. Ik pleit absoluut niet om dit te gaan onderzoeken. Ik gebruik dit enkel als voorbeeld om aan te geven dat niets a-priori buitengesloten moet worden maar dat het collectief bepaalt of dit de moeite waard is. Dit scenario lijkt mij echter totaal onwaarschijnlijk zoals jezelf heel duidelijk aangeeft zijn er genoeg manieren om te laten zien wat voor een gruweldaad de holocaust geweest is. DAT goed en overtuigend blijven laten zien is de beste remedie tegen eventuele ontkenningen daarvan. That’s all. Censuur werkt contraproductief.

Discussie en vraagstelling

Harambam geeft dus toe dat Holocaust-ontkenning in principe een mogelijk studie-object is. En als dat burgerplatform dat daarover beslist, toevallig bestaat uit Siegfried Verbeke, Florrie Rost van Tonningen en Robert Faurisson, dan ben je gesjochte en wordt er warempel gemeenschapsgeld besteed aan een studie naar een claim van een Holocaust-ontkenner. Er kunnen ook een paar naïeve burgers in dat platform zitten die ingepakt worden door wat ronkende woorden. De experts die Deborah Lipstadt inhuurde – Robert-Jan van Pelt en Richard Evans – hebben een paar manjaar erin gestoken om David Irvings werk te analyseren en aan te tonen dat hij sjoemelde.

Het idee van een burgerplatform om te beslissen waar onderzoeksgelden aan besteed worden heeft een fundamenteel probleem: er is geen enkele wetenschappelijke toetsing of een projectvoorstel wetenschappelijke merite heeft. Dat werpt bij mij de vraag op: maakt Harambam wel onderscheid in kwaliteit van kennis? Of is bij Harambam de inhoud van een wetenschappelijk artikel even waardevol qua kennis als wat iemand aan de toog van de kroeg zegt?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *