Waarom de Partij voor de Dieren antivax is
Gepubliceerd op 03-01-2023 en laatst gewijzigd op 03-01-2023 <!– door Daniël Tuijnman –>
In een eerdere serie blogposts heb ik laten zien hoe een partijprominent, Leo de Groot, een uitgesproken antivaxxer is en door de partijleiding daarin wordt gedekt. In deze blogpost neem ik een passage uit het verkiezingsprogramma onder de loep en laat ik zo zien hoe diep de antivax-rot in de partij zit, en illustreer ik ook het begrip “hondenfluitje” in de context van antivax-retoriek.
Het begrip hondenfluitje
Een hondenfluitje is een fluitje dat een toon produceert die zo hoog is, dat een mens hem niet hoort, maar een hond wel. Het fluitje wordt dus alleen door de doelgroep gehoord en niet door anderen.
In de politiek is een hondenfluitje een code-woord of zin die voor de doelgroep een verkapte boodschap inhoudt, maar voor de rest van de mensen er onschuldig uitziet en niet als zodanig wordt opgepikt. De naam “hondenfluitje” is voor het eerst gebruikt in verband met de verkiezingscampagne van Nixon in 1968. De zittende president Johnson had een uitgebreid programma aan civil rights-wetten opgesteld en door het Congres gekregen, die de rechten van zwarten moesten beschermen. Johnson zelf wist al dat dit door een groot deel van zijn Democratische electoraat in het Zuiden van de VS niet in dank zou worden afgenomen. Richard Nixon ontwikkelde toen voor zijn verkiezingscampagne de “Southern Strategy” om de racistische witte kiezers uit het Zuiden aan zich te binden. In dat kader bezigde hij veel hondenfluitjes met de verkapte boodschap dat hij deze racistische kiezers en hun ideeën begreep.
Meestal wordt het begrip “hondenfluitje” gebruikt in een politieke context waar het gaat om het paaien van racisten, maar het begrip is natuurlijk in elke context en voor elke doelgroep bruikbaar. Zo zijn er ook hondenfluitjes om antivaxxers te paaien.
De passage uit het verkiezingsprogramma
In het verkiezingsprogramma van de PvdD voor 2021 — dat dus eind 2020 opgesteld is — staat een paragraaf over vaccinaties. Op pagina 67 lezen we:
Er komt geen vaccinatieplicht, ook geen indirecte. Er komt wel uitgebreide overheidscommunicatie over vaccinatie.
In het vorige verkiezingsprogramma, uit 2017, stond niets over vaccinaties. Maar in de tussentijd zijn twee dingen veranderd: in 2018 kwam D66 met een initiatiefwetsvoorstel, en in 2020 kwam de corona-pandemie.
Deze paragraaf staat in een algemeen hoofdstuk over gezondheidszorg; ze is dus niet, of niet specifiek, bedoeld met betrekking tot COVID-vaccinaties; dat staat er ook niet. Bovendien waren COVID-vaccinaties op het moment van schrijven nog niet eens toegelaten. Derhalve heeft deze paragraaf (deels) betrekking op de bestaande kindervaccinaties, en dat verband ga ik verder bekijken.
De eerste zin is volledig begrijpbaar in de context van het initiatief-wetsvoorstel van D66-Kamerlid Raemakers, dat voorstelde dat een kinderdagverblijf (KDV) als beleid zouden mogen hebben om ongevaccineerde kinderen te weigeren. Dit was de eerste keer sinds in 1930 de vaccinatieplicht voor pokken was afgeschaft, dat er in algemene termen over vaccinatieplicht of -dwang gedacht werd. Naast D66 kondigden SP en VVD aan met een eigen voorstel te komen dat het mogelijk zou maken dat de overheid vaccinatieplicht voor alle KDVs op te leggen indien de vaccinatiegraad te laag zou worden. Dat voorstel heeft zich nooit gematerialiseerd. Het voorstel van Raemakers was ingediend 2 oktober 2018, en met ruime meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen op 18 februari 2020, en lag op het moment van schrijven dus voor bij de Eerste Kamer (die het later zou verwerpen).
Het hondenfluitje: meer voorlichting
De tweede zin is het hondenfluitje: “Er komt wel uitgebreide overheidscommunicatie over vaccinatie.” De roep om meer voorlichting, of betere voorlichting is een standaard talking point van antivaxxers; daarover hieronder meer. De Partij voor de Dieren maakt het wel heel bont in hun bewoording, die suggereert dat er helemaal geen overheidscommunicatie zou zijn over vaccinatie.
De naïeve lezer van die zin denkt: ach, er is niets verkeerds met meer informatie. Maar als je er kritisch naar kijkt, moet je je eerst afvragen: is er wel iets mis met de huidige informatie? Per slot van rekening zet je niet zo’n zin in het verkiezingsprogramma als je het eens bent met de huidige informatieverstrekking, maar omdat je die te weinig vindt.
De huidige overheidsinformatie
Er is behoorlijk veel informatie online te vinden op de diverse websites van het RIVM. Dat wordt niet allemaal per brief of brochure aangeleverd, maar 97% van de Nederlanders heeft thuis een internetaansluiting.
Als de pasgeboren baby ongeveer 4 tot 6 weken oud is, ontvangen de ouders een oproepset die bestaat uit: een uitnodigingsbrief, de brochure Bescherm je kind tegen infectieziekten, vaccinatiekaarten en een vaccinatiebewijs.
Op de site van het Rijksvaccinatieprogramma is allerlei informatie te vinden: over het vaccinatieschema, over de diverse infectieziekten waartegen gevaccineerd wordt, uitleg wat er in een vaccin zit, een toelichting per vaccin, en er zijn ook pagina’s over bijwerkingen. Er staat ook uitleg over de 22-wekenprik, die de moeder tijdens de zwangerschap al kon krijgen om de baby vanaf de geboorte te beschermen tegen kinkhoest. Er is ook een aparte pagina over twijfels over vaccinatie, waar de belangrijkste fabels die in antivax-land de ronde doen doorgeprikt worden. En ten slotte is er, uiteraard, ook een pagina waar je de bijsluiters van de vaccins kan vinden.
Kortom, er is een mer à boire aan informatie die ontsloten wordt via die site, en waar de ouders alles kunnen vinden wat ze zoeken. Natuurlijk kan het altijd meer, maar is het redelijk om dat te eisen? Nee, een weldenkend mens zegt dat de overheid daarmee ruimschoots aan zijn informatieplicht voldoet.
Wat er ontbreekt volgens antivaxxers
Antivaxxers voelen zich bij de informatie die het RIVM verstrekt niet gevalideerd in hun waanideeën over “vaccinatieschade”. Er staat namelijk niets over hun stokpaardjes:
- dat de DKTP-vaccinatie wiegendood zou veroorzaken
- dat de BMR-vaccinatie autisme zou veroorzaken
- dat de HPV-vaccinatie chronische vermoeidheid zou veroorzaken
- dat de pokkenvaccinatie je een uier en koeienhoorns doet groeien
Goed, die laatste is niet zo populair meer in antivax-kringen omdat de pokkenvaccinatie al 50 jaar geleden afgeschaft is, maar dat is ook een meme geweest:
De eerste drie zijn echter springlevend en worden stug volgehouden ondanks gebrek aan bewijs en alle doorslaggevende tegenbewijs.
Conclusie
De oproep om “meer informatie” of “betere informatie” is geen bonafide gesteld verzoek omdat er redelijkerwijs door de overheid al een heleboel, en kwalitatief goede, informatie over de vaccins in het RVP gegeven wordt. De oproep is alleen een hondenfluitje aan het adres van antivaxxers om te signaleren dat je hun waanideeën serieus neemt. En de Partij voor de Dieren doet dit, bewust, in hun verkiezingsprogramma.